We verlieten hotel Grata in Vilnius en gingen op weg naar het volgende land.
We reden uren, met steeds hetzelfde uitzicht, nl. koolzaadvelden.
Om kwart voor 12 arriveerden we in Siauliai, waar we eerst een hapje gingen eten. We hadden van te voren de bestelling door moeten geven en Loek had een nationaal gerecht, een aardappel met daarin vlees. Cepelinai geheten, maar Paul noemde het een zeppelin. Volgens hem best lekker. Anderen hadden roze koude soep, een soort borjst. Nee, dank je.
Het restaurant lag in de kelder en had een interessante schatkamer. Het lag vol munten. Sorry fototoestel wil nie flitsen nie.
Na de lunch gingen we op weg naar de heuvel der 100.000 kruisen.
De heuvel is bezaaid met meer dan 100.000 kruisen in alle soorten en maten en gemaakt van allerlei soorten materiaal. Hoe de gekte ooit begon en wanneer is onduidelijk, een berekende gok is dat het begon rond 1831. Door de eeuwen heen werd de verzameling alleen maar groter met kruisen, Mariabeelden, standbeelden en crucifixen. Daartussen liggen nog duizenden kleine rozenkransen en andere religieuze prullaria nagelaten door christelijke pelgrims. Een voorzichtige schatting is dat er minstens 100.000 kruisen staan op de heuvel.
(Loek geloofde er niks van en riep al iets over commercie. Hij ging ze persoonlijk tellen. We hebben afgesproken hem aan het eind van de week weer op te halen:-)
Er zou op deze plaats vroeger een kerk hebben gestaan die in brand werd gestoken door heidenen. Dit werd in de veertiende eeuw voor het eerst vernoemd. In moderne tijden werd deze plaats een nationaal symbool, vooral tegen de Sovjet bezetting, eerst van 1831 tot 1863 en later tijdens de jaren 1944-1990 kreeg de Kryžiu kanas een speciale betekenis, toen Litouwen wederom werd bezet door de Sovjet Unie. De Litouwers bleven naar de heuvel reizen om hem te vereren. Op die manier maakten ze duidelijk dat ze altijd trouw zouden blijven aan hun eigen identiteit, religie en erfgoed: het was een vorm van vreedzaam verzet. Ook al werkten de Sovjets hard om nieuwe kruisen te verwijderen en verdween de heuvel maar liefst drie keer onder Russische bulldozers, de kruisen bleven terugkomen. Er waren zelfs plannen gemaakt om een dam te bouwen op de nabijgelegen Kulvė rivier, zodat de heuvel onder water zou komen te staan.
Bij de onafhankelijkheid in 1991 werd de plaats officieel uitgeroepen tot nationaal symbool. Mensen plaatsen kruisen voor hun familieleden die omgekomen zijn in Siberie of verdreven werden uit het land.
Vandaag de dag is het een symbool van de geest van de Litouwse bevolking.
Volgens onze gids was voor haar het kruis dat de Russen hadden neergezet het mooiste, want er stond op: De Russische bevolking vraagt de Litouwse bevolking om vergeving.
Nederland is ook vertegenwoordigd en zelfs de Paus heeft er een kruis staan. Die ben ik niet gaan zoeken, misschien komt Loek 'm tegen bij het tellen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten