vrijdag 30 januari 2015

Tunesië, dag 7


Vrijdag, 30 januari 2015

De laatste dag alweer. We liepen met Lotfi naar de Medina over de boulevard

De ommuurde Medina liepen we binnen. Via de eeuwenoude hoofdpoort, de Bab Diwan.
Dit was een echte originele Medina zonder souveniers maar met allerlei ambachten. De Medina is opgedeeld in allerlei wijken, gegroepeerd per ambacht. Er is een juwelenwijk,
stoffenwijk:

Groenten en fruitwijk:


Het was enorm, we hadden gelukkig de gids bij ons, want je zou er geheid verdwalen.


Schoenen en andere lederwaren:


De slagerij afdeling, niet voor tere zieltjes.


En als laatste liepen we over de vismarkt


Octopus, heel vers. De man demonstreerde het. De zuignappen bleven nog aan zijn vingers zitten.

Na de vismarkt vonden we de bus bij de uitgang en reden we naar El Djem waar we het amfitheater gingen bezoeken. Maar eerst even bij de meisjes van het mozaiek atelier kijken.


Priegelwerk en ze maken ook mozaieken op bestelling van een foto.


Toen naar het theater. Het 2 na grootste amfitheater ter wereld. De grootste is het colloseum, dan die van Verona en dan deze. Er konden 35.000 toeschouwers plaatsnemen. Het dateert van 238 na Chr.


Het is zeer goed bewaard gebleven en ik heb geen idee hoe ik nu blauwe tekst heb gekregen met een streep. Kelly!!!!


Hier werden de gladiatoren en leeuwen gestald, niet bij elkaar, anders had je geen show meer.



Een mooie bougainville nog helemaal in bloei


Je kon een kamelenritje maken, 10 stappen rechts en weer terug.


We reden door naar ons laatste hotel: Hannibal Palace in Port El Kantaoui.  Daar hebben we afscheid genomen van onze taalkunstenaar: Lotfi. Hij liet nergens zand overgroeien en het zand bij de buren was altijd geler.

Even naar de haven gelopen waar we langs de Zoo kwamen.


En daar is tie dan, de Middellandse Zee, zo blauw, zo blauw.























donderdag 29 januari 2015

Tunesië, dag 6






Donderdag, 29 januari 2015

Dag Sunpalm, we vertrekken weer. Uiteraard waren onze 2 Marokkaanse vrienden niet aanwezig om 8 uur. We vertrokken zonder hen, ze zouden zich later bij ons voegen als wij de lokale markt in Douz hadden bezocht.


We kwamen aan de achterkant binnen waar alle handelaren hun levende waar komen brengen met autootjes en paard of ezel en wagen.



Ik hen nog nooit een grotere chaos gezien dan daar. Mensen en voertuigen probeerden tegelijk binnen te komen of naar buiten te gaan. Alles stond en liep door elkaar en overal stonden groepjes met schapen, geiten, kamelen, konijnen e.d.



Schoenen! Het was wel een zoekplaatje als je 2 schoenen bij elkaar wilde hebben. En dan maar hopen dat het toevallig jouw maat was.




Kleding op keurig nette hoopjes. Lol.


En een woestijnvosje.


Verderop verkochten ze meer gevarieerde spulletjes, waaronder theepotten, waarvan ik nu de gelukkige eigenaar ben.

In Tamazret dronken we koffie, lauw, maar wel lekker en kocht ik in een winkeltje wat kruiden.


Daarna vervolgden we onze reis naar het bergdorp Matmata met troglodyten, ondergrondse grotwoningen, die ook nu nog vaak bewoond worden. Die 2 kruiken bovenop geven aan dat hier een woning is, anders zie je dat niet van veraf.


Een woning mochten we van binnen bekijken. Via de achterknt kwamen we op een open binnenplaats met rondom deuropeningen die naar de verschillende ruimtes leidden.



De woonkamer neem ik aan.


Slaapkamer


De keuken, waar de dames voor ons thee hebben gezet en versgebakken brood.


De 4 maanden oude baby des huizes die gewoon ergens oo een bank lag. Niks geen wiegjes met hemeltjes. En lachen dat hij/zij deed. Zo schattig.


De gang naar de voorkant van het huis, in de nis links stond nog een bed. 




Deze woningen en het omliggende desolate landschap zijn gebruikt in de film Star Wars. Waarop de Tunesiers meteen Holywood aspiraties kregen en dat op deze manier lieten zien:


De jongeren die uit de grotwoningen zijn getrokken hebben een ander dorp gebouwd boven de grond en dat Nieuw Matmata genoemd. Het valt op dat alle huizen in Tunesie niet af zijn, overal zie je huizen in wording, niet bewoond, half af en wel bewoond. Mensen bouwen hier als ze geld hebben en als het op is wachten ze tot ze weer geld hebben.
We trekken door naar Gabes waar we lunchten. Volgens Loek de lekkerste lunch tot nu toe: stokbroodje met van alles erop. Hij houdt niet zo van de warme lunches die we tot nu toe kregen.



Daarna over de kruidenmarkt gelopen, genoeg henna om je voor eeuwig rood te verven.


Onze eindbestemming van vandaag is de handelsstad Sfax, een de een na grootste stad met een meer modernere uitstraling. Gewone winkels, winkelstraten en veel drukte op straat.

Dit is de voorkant van ons 5* hotel. Les Oliviers Place. Met wifi op de kamer.


En dit is de binnenkant.


En dit is de koffie die ze serveren. Warme koffie!
































Tunesië, dag 5

Woensdag, 28 januari 2015

Had ik al verteld dat het koud is? Ik had mijn halve koffer aan en nog was het niet aangenaam. 
Door de tuin naar de ontbijtzaal.


Na het ontbijt stonden de jeeps klaar om met ons een jeepsafari te maken naar Chebika en Tamerza. Oases in de bergen. De vierde jeep moest wachten op 4 laatkomers (en altijd dezelfde) maar wij vertrokken alvast.


De eerste stop was bij deze oase


De tweede stop bij een dorp dat in de jaren 80 weggevaagd was door een modderstroom ten gevolge van hevige regenval. De dorpelingen werden door de politie gedwongen weg te gaan. Later hebben ze hun dorp een eind verder op een gunstigere plek herbouwd.


De volgende stop was een wandeling over rotsig terrein naar een meertje beneden. Het was soms een heel geklauter.





Na de rit werden we naar Tozeur gebracht waar we anderhalf uur vrij te besteden hadden. Een postkantoor gevonden en souveniertjes gekocht. Daarna lekker met z'n allen van het zonnetje genoten. Want die was gelukkig gaan schijnen. Er was een spraakzame Tunesiër die in het Nederlands met ons praatte. Hij had een Nederlandse vriendin en die had hem via skype onze taal geleerd.


De lunch hadden we weer in het hotel. Ik moet thuis toch eens ojja Tunesia gaan maken. Dat was lekker. Toen mochten we weer in de bus stappen om naar Chott el Djerid te rijden, een enorm uitgedroogd zoutmeer. Het zout ligt op hopen te drogen.


Nog nooit zolang zo'n desolate vlakte gezien, er kwam geen eind aan.


Er zijn heetwaterbronnen waarbij het water eerst door een labyrinth gaat om af te koelen, voordat het voor irrigatie kan worden gebruikt.


We reden door naar Douz, vanwege de prachtige woestijn ook wel de poort tot de Sahara genoemd.


Nog even een stop bij prachtige rotsformaties wat door erosie is ontstaan.


Voordat we naar ons hotel zouden gaan, gingen we eerst een zonsondergang meemaken. En het vervoer naar dat plekje waar die ondergang het best te zien was, gebeurde door het schip der woestijn, de dromedaris. Daar liggen onze 2 schepen.


Zo ontzettend knuffelbaar.


Net echt hè. 


Opstappen op een dromedaris is een belevenis, hij stapt eerst met z'n voorpoten omhoog, zodat je helemaal scheef hangt. En dan pas met z'n achterpoten. Het is een telganger, dus je wordt van links naar rechts geschud, maar na het tijdje ga je goed mee met het ritme en valt het allemaal wel mee. Wel goed vast blijven houden.


Na een poos gelopen te hebben hielden we met z'n allen stil om naar de zonsondergang te kijken. En daarna weer terug naar het beginpunt. De bus bracht ons naar hotel Sun Palm, waar een woest aantrekkelijke Berber wel met me op de foto wilde.