maandag 18 juli 2016

Wenen, 17 juli 2016. Auf wiedersehn


De laatste dag alweer, de tijd vliegt. We besloten om met de U bahn naar de Stephansplatz te gaan.


De gemakkelijkste manier van reizen en onze 24 uurs kaartjes waren nog tot 1 uur geldig.
Het was behoorlijk druk op het plein, we liepen achter een geestelijke in het zwart, met een reuze roze sjerp om, naar het plein. De laatste souveniers werden gekocht en een terrasje opgezocht.


Ja, doe mij nog maar zo'n ijscoupe hoor.


Daarna liepen we verder richting opera waar we ons 3 kwartier hebben vermaakt met het kijken naar 4 jongeren die een fiets probeerden te huren. Het leven kan zo simpel zijn he. Trek de zak popcorn maar open en aanschouw. De eerste fiets was zo gehuurd, creditcard in de machine en de code bemachtigen waarmee de fiets werd losgemaakt. De 2e fiets wilde niet, wat er ook geprobeerd werd, ze had alle toetsen zeker 20 keer gehad, maar noppes. Er werd zelfs getelefoneerd en eindelijk was de 2e fiets ook voor elkaar. De derde en de vierde had ook wat voeten in de aarde, maar eindelijk hadden ze allemaal een fiets. Einde van de show.


Terug wandelden we naar het hotel door het park.


Dit park was mooier aangelegd dan dat op Schonbrunn. Dat was maar saai en stond vol onkruid. En veel asfalt en weinig tuin. Dit park was gezellig, een beetje Vondelpark idee, mensen die op een plaid op het gras zaten of lagen. De kinderwagen ernaast en maar hopen dat de baby doorsliep, zodat je zelf ook wat verloren uurtjes kon inhalen.


Ons hotel stond in het museumkwartier.


Om half 2 waren we terug in ons hotel waar al een airport taxi stond te wachten. Voor ons?
Wij hadden de taxi voor 2 uur besteld. Toch maar even gevraagd op wie hij stond te wachten.
Op Loik Penders. Dat is snel.  Dus maar ingestapt en veel te vroeg op de luchthaven. 


En daar kom je nog eens wat tegen. 


Met stip op nummer 1 qua gebak: de Anna Demel torte, beter dan sachertorte.


Weetje voor de nieuwsgierigen: Franz Sacher werkte rond 1832 als leerling in de keuken van de Oostenrijkse politicus Klemens von Metternich. Hij kreeg de opdracht om een nieuwe taart te bedenken. Het verhaal gaat dat een compacte, wat drogere taart de voorkeur verdiende boven een schuimige, luchtiger taart. Een chocoladetaart was in die tijd al wel bekend, maar Sacher ontwierp een nieuwe sensatie: een chocoladetaart in combinatie met een abrikozenvulling en een dikke glazuurlaag van chocola er bovenop. 

Het succesvolle recept leverde Sacher een nieuwe baan op in Boedapest. Maar hij keerde al na enige jaren terug naar Wenen, waar hij ging werken voor de hofleverancier Dehne. Later begon hij hier een eigen winkel. Christof Demel nam de zaak over van Dehne en maakte eveneens de geliefde Sachtertorte. Eduard Sacher, de zoon van Franz, opende in 1876 een restaurant achter de opera, het latere hotel Sacher. Vooral zijn vrouw Anna droeg bij aan het succes ervan. 

Toen na de Tweede Wereldoorlog elke inkomensverbetering welkom was, ontbrandde een ‘taartenoorlog’ tussen Demel en Sacher over het originele recept. Demel vulde de taart niet met abrikozenjam, maar smeerde de jam op de taart, direct onder de glazuurlaag. Volgens Demel deed hij dit naar het originele recept, dat Sacher aan hem had verkocht toen hij vertrok. Sacher bestreed dit ten zeerste. Het werd een strijd waar ze niet uit kwamen.Na een zeer langdurig proces oordeelde de rechter dat Sacher de originele taart mocht verkopen onder de naam ‘Original Sacher-Torte’. Alle andere bakkers, inclusief Demel, mochten hun taart Sachertorte noemen. Het verschil zit hem in het kleine streepje…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten