vrijdag 2 mei 2014

Dag 16 Addo en Tsitsikamma

Het eten gisterenavond was top, spruitjes! En goed klaargemaakt. En toetjes! Allerlei soorten, voor Loek was er ook ijs. Het is een heerlijke plek, hier hadden we gewoon meerdere dagen moeten verblijven. Na het diner zijn we voor in de receptie op de banken gaan zitten en las Lizan een mail van Paul en Chi voor. Verontschuldigingen en de hoop dat het nu beter zal gaan. Absoluut, de gids en nieuwe bus maken veel goed.
Het ziet er naar uit dat het weer weer mooi wordt morgen.


Na een lauwe douche was het ontbijt  een aangename verrassing. Heel veel verschillende soorten fruit, ontbijtgranen, warm ontbijt, scones, noem maar op. De obers waren heel snel met afruimen en haalden ook je koffie voor je. Een hele goede service hier, ik had best nog wel langer willen blijven.
In de tuin zaten tientallen apen in de boom en eentje was er zo brutaal om in de keuken een appel te jatten.

De koffers werden weer ingeladen, er werd afscheid genomen van de hond die de hele dag als karpet fungeerde. 



Wederom naar het Addo Elephant National Park. Ditmaal niet met onze eigen bus, maar een bus met ranger gids.


Zijn naam was Sia en hij vertelde bij verschillende dieren die we tegenkwamen wat bijzonderheden.


Een Kudu vrouwtje


Een kudumannetje.


Pumba met nageslacht. Ook Timon is gespot, maar was te ver weg voor een fatsoenlijke foto.


Zagen we gisteren tientallen olifanten en nog veel meer. Nu kwamen we er maar 2 tegen en in de verte, maar dan ook heel in de verte stond een kudde. De olifanten laten heel wat poep achter, met de bemesting van de grond zit het wel goed. Zoals Sia zei: this park is full of shit.



Kijk, zei Sia, voor je: een bus toeristen, don't feed. En rechts: leeuwen. Niet erg actief, die beesten slapen ongeveer 21 uur per dag, dus om ze  up and running te zien is een gelukkie, wat we nu niet hadden. Of we er een steen naar mochten gooien vroeg Harry. Nee, dat niet, maar hij mocht zichzelf wel gooien.


Na het park reden we richting lunch plek, de Spar, waar we zelf onze lunch mochten uitzoeken. Ze hadden belegde broodjes, warme hapjes, wat te drinken. En nog was ons lunchgeld niet op.


We kwamen langs Port Elisabeth, een van de grootste steden van Zuid Afrika. Een stad met grote bezigheid zoals Hanny zegt.

Daarna reed Gert ons naar de Tsitsikamma, waar we een wandeling naar deze brug gingen maken.

Hanny is bij tijd en wijle hilarisch, ze houdt ervan ons op te jutten, wat hebben we al gehoord? 
"Ik hoor net: hotel afgebrand"
"Ik was hier 11 jaar geleden, wat zie ik, dak is eraf gewaaid"
"We gaan in tenten slapen, echt kamperen"
" Ojee, we hebben een kever overreden, ik kom bij iedereen de 1000 rand boete innen"
Het mooiste is als ze zegt dat ze nu stopt met praten, want dat kan ze helemaal niet.
Over deze wandeling vertelde ze dat we goede schoenen aanmoesten, in laagjes moesten aankleden en dat het heel zwaar was, als er mensen niet mee konden, mochten ze bij de bus blijven.
Wat denk je dan? Dat wordt survivallen, je sleept een noodvoorraad mee, zaklampen, tenten, flares, bergschoenen aan. Komen we daar aan, lopen mensen op slippers of nog leuker op blote voeten naar boven en naar beneden.


Het was een stevige brug, ik heb ze wel eens wiebeliger meegemaakt. 


Een prachtig plekje was het daar, de zee was heel ruw, als de golven op de rotsen beukten leek het net of er een rotsblok naar beneden viel, zo'n herrie.


Een dassie, zoals je er heel veel ziet rondlopen hier



Het huisje in Tsitsikamma Lodge was weer een verrassing. Van alles voorzien, met een vide met nog mee  slaapplaatsen. En een jacuzzi!  En voor het eerst, wifi in het huisje. We blijven weer maar 1 nachtje, dat is dan weer jammer.



Ha, buurvrouw.


We gaan zo eten in deze eetzaal.

















2 opmerkingen:

  1. Maar nu is de vraag: wat is dat laatste beest?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dat, mijn beste Kitty, is een poepiewoepicus (Lat.).

      Verwijderen