maandag 26 januari 2015

Tunesië, dag 3

Maandag, 26 januari 2015



Na het ontbijt zaten we al snel in de bus, op het Marokaanse stel na. Die kwamen om 7.25 beneden en wilden nog gaan ontbijten. Half 8 vertrek hè. Lotfi is ze gaan halen.


Maher, onze onverschrokken chauffeur, die de route niet altijd helemaal weet.


Het was de druktste dag van de week en het zou ruim een uur duren om überhaupt uit Groot Tunis te komen. Groot Tunis omvat Tunis en alle voorsteden. Samen goed voor 2 1/2 miljoen inwoners. Het was druk. Officieel zijn er 3 rijbanen, maar creatief als de Tunesiers zijn maken ze er geheel zelfstandig meerdere van. Op een gegeven moment reed er zelfs een vrachtauto op onze weghelft tegen het verkeer in. Eenmaal uit de stad begon het te regenen. Na 2 uur rijden namen we een koffiestop bij een tankstation. Dat was ruimer dan verwacht, lekkere cappuccinno en even uit de bus.
We reden naar Dougga, een ruïnestad uit de oudheid. Er woonden 5000 burgers, dat waren de Romeinen. En in totaal 30.000 mensen. De Berbers, de Puniciers, Germanen etc.


Het is een enorme opgraving, 80 mensen zijn er dagelijks bezig met restaureren, hoewel onze gids vertelde dat hij er nooit meer dan 12 tegelijk zag. Het amphitheater is eigenlijk begonnen door inbreng van de vrouwen, die altijd vele spannende verhalen te vertellen hadden. Maar toen ze werkelijk voor groot publiek gingen uitbeelden en vertellen werd het verboden voor vrouwen en namen mannen hun rol over.


Gezellig met z'n twaalven toiletteren. Mannen en vrouwen door elkaar. Als je klaar was riep je een slaaf die met een stok waaraan een spons, de edele delen kwam schoon vegen. Je  hoopte maar dat je als eerste aan de beurt was, want die spons werd niet telkens uitgespoeld. Jach!


Mooi doorkijkje


De tempel van Zeus en Hera, Jupiter en Juno in het Romeins. Jupiter ging nogal eens vreemd, dus schafte Juno zich een monster aan met 99 koppen en in iedere kop 2 ogen om haar gade in de gaten te houden. Jupiter doodde het monster maar de ogen bleven doorleven. In de veren van de pauwen. Wat een fantasie hadden de Romeinen. Het monster heette Argus. Nu weet je meteen waar " iemand met argusogen in de gaten houden" vandaan komt.


Na de lunch in een shabby hotel, maar met een lekkere warme lunch, reden we door naar Kairouan, een lange, lange rit, langs olijfbomen zover als je kon kijken.


Eindelijk kwamen we om 16.15 aan bij de gevangenis, waar we geheel vrijwillig deze nacht worden opgesloten. Ons hotel is voorheen een gevangenis geweest. 





Door de zware poort liepen we naar binnen waar ons geen cellen, maar comfortabele kamers wachten.


Ik liep de badkamer in en dacht echt dat er grote slakken of torren op de handdoek lagen. Het bleken bloemknoppen te zijn.


We zijn even de Medina ingelopen, waar een zeer hardnekkige jongeman ons in allerlei talen vertelde dat hij ons de Medina wilde laten zien. Wij hebben hem in nog meer talen verzocht op te hoepelen. Zijn laatste antwoord was: ciao. 

Dit is de muur rond de Medina. Binnenin was het heel veel van hetzelfde: tassen en goud. Het begon weer te regenen, dus we zijn weer terug gegaan naar het gevang en hebben nog wat gedronken in de lobby





























Geen opmerkingen:

Een reactie posten