maandag 20 april 2015

Italië. Torbole Brescia en Lago d'Iseo. Dag 3

Gisterenavond hadden we met ons gezelschap een eigen ruimte om te dineren. We zaten met Els, Nora en Stanley aan tafel. De dames vertelden honderduit, Stanley luisterde. Het was zo gezellig dat we pas opstonden toen de obers gingen opruimen.
Vanmorgen even de vogels begroet die in de ontbijtzaal staan. Ze fluiten een heel bekend deuntje, het zal uit een opera zijn, ik ken het alleen van een hele oude reclamespot: bergop gaan wij met Unterberg.


In de bus was Paul net aan het vertellen dat we via Limone, de stad die we de eerste dag hadden gemist vanwege de vertraging, naar Torbole gingen. Daarvoor gingen we rechtsaf. Prompt draait de chauffeur de bus naar links. Er ontstond enige verwarring, maar we reden toch echt goed, er bestaan namelijk 2 Torboles. Wij moesten Torbole Brescia hebben. Meteen werd het programma omgegooid. Dat kan allemaal. Limone is weer opgeschoven.
Paul vertelde nog wat typische dingen over Italie. We hadden het de eerste avond allemaal echt warm gehad op de kamer. Dat komt omdat de (stads)verwarming van november tot en met april brandt. De gemeente regelt dat en als particulier doe je daar niks aan. Toen het een keer in oktober al steenkoud was, hadden de inwoners pech. Maar gelukkig voor ons ging de cv gisterenavond toch uit.

We reden naar een kaasboerderij, gerund door een familie. De dochter gaf tekst en uitleg, in het Italiaans en Sebas vertaalde het.


Voor 40 kg pardano kaas is 1000 liter melk nodig.  De melk wordt verwarmd tot 47 graden, er wordt een stukje leb van een kalfje toegevoegd (sielug) en na een tijdje scheidt de wrongel zich af


Het is een beginnetje


Deze wordt in vormen geperst.


Na een tijdje gaan de kazen in een zoutbad voor zo'n 22 dagen.


En dan op grote stellages waar ze 9 maanden liggen te drogen. Die groene machine draait de kazen om en borstelt ze schoon.


De melkproducentes. Koeien in Italië komen dus nooit buiten.


Dit is hun voer, fijngemalen mais. Elke koe eet zo'n 8 kilo per dag.


Zo'n schattig kalfje, met, helaas voor hem, een lebmaag.


Daarna konden we aan tafels plaatsnemen in de tuin en kon de kaasproeverij beginnen.


De grana pardano sprong er bovenuit, heerlijk. Ik heb een kilootje gekocht in het winkeltje. Van de overgebleven melk na kaasbereiding wordt nog yoghurt en ijs gemaakt, we kregen ook nog een ijsje van het huis. En wat er dan nog over is gaat naar de fabriek waar van de wei baby en sportvoeding gemaakt wordt.


Daarna stapten we weer op de bus voor de rit naar Lago d'Iseo, waar we de veerboot naar het eiland Monte Isola namen.


Sebas kwam met het werkelijk geniale idee om naar boven te lopen naar de Sanctuario della Ceriola.
Dat Loek en ik de enige 2 waren die mee wilden had al te denken moeten geven. Eerst nog even een kerkje binnengelopen met prachtige fresco's op het plafond.


De wandeling naar boven, nou ja wandeling, meer een uitputtingstocht, zou 70 minuten duren, enkele reis. We begonnen met trappen, maar even later liepen we over de enige weg naar boven. Die af en toe zo steil werd dat ik naar voren moest leunen om niet om te vallen. Ik overdrijf niet. 


Maar ik kan mededelen dat we het gehaald hebben, ik kon meteen aan de zuurstof, maar dat terzijde. Sebas had er een flink tempo op zitten. We kwamen nog een jong stel tegen, die op de terugweg waren. Ze hadden het halverwege opgegeven.


Het klooster


Het werkelijk prachtige uitzicht


We have climbed the great wall.......en de monte Isola.


Yes we can!


Terug zouden we de route door het bos nemen. Dat was een, ahum, interessante weg, vol met losse keitjes. Je moest heel goed kijken waar je je voeten neerzette.


Kijk, daar helemaal rechts ligt het klooster.


Nadat we weer beneden waren hebben we een welverdiend drankje op het terras gedronken. Het was heerlijk weer, we zaten lekker daar, maar de boot vertrok om 4 uur en daar moesten we op zitten. De bus liet even op zich wachten, maar ook dat kwam goed. 






Geen opmerkingen:

Een reactie posten