vrijdag 10 februari 2017

Dag 6, 10 februri 2017 Nizwa


Gisterenavond checten we in in het Golden tulip hotel. De koffers zouden naar onze kamers worden gebracht. We zaten 1 hoog, geen lift. En het was een aardig eindje lopen, het is een groot hotel. Na een half uur nog geen koffers en we wilden graag gaan eten, het was al bijna 8 uur. Er was een bbq buiten met een buffet en de meesten hadden de koffers niet afgewacht maar waren gaan eten. Wij dus ook maar. Het was lekker, het toetjesbuffet meer dan lekker. Toen we terug kwamen bij de kamer, stonden de koffers netjes voor de deur.

Vandaag hoorden we dat er maar 1 kruier was, die 34 koffers naar boven moest sjouwen en verdelen over de diverse zeer afgelegen kamers.

We moesten weer een eind lopen voor het ontbijt, maar dan heb je ook wat. Verse wafels!
Om half 8 zaten we al in de bus om op tijd op de veemarkt te zijn. 
Dit is geen zwerver, maar een inwoner die trek had in een kopje van het een of ander. Hup, kleedje op de vloer en gieten maar. Het kan ook nog zijn dat hij daar heeft geslapen, omdat het zulk mooi weer was. Aldus Paul.


Honing te koop, zo vers. Je zag de honingraten zitten in het potje met de diverse dode (mag ik toch aannemen) bijen er nog in.


Dit is een ring waar de diverse verkopers met de schapen en geiten rondlopen en de omstanders kunnen bieden. Als de geit niet wil lopen, nemen ze ze gewoon onder de arm.


Praatje onder verkopers/kopers


Wat lief, mag ik een geitje? Mag het, mag het?


Een heel fraai ouder exemplaar


Verse tonijn te koop bij de visafslag


Ik heb hele grote witte kolen.


Op de vogeltjesmarkt werden ook diverse knagers te koop aangeboden. Stuk voor stuk hele tamme beessies, die zich uitgebreid lieten aaien.


Wat een kleuren allemaal


Donzige kuikentjes


Wie maakt me los!


Potten in alle soorten en maten


Zelfs karabijnen worden er verkocht.


Daar gaat de kaart naar Maasbree. Oeps, verraden.


Er was genoeg te zien op de markt, maar we gingen weer door. Naar het eerste fort.


Het fort werd gebouwd in de jaren 1650 onder leiding van de 2e Yaruba imam: Sultan ibn Saif Al Yarubi. Het werd gebouwd boven een ondergrondse waterstroom. Er hoort een ronde toren bij van 40 meter doorsnee en 20 meter hoog. Er waren overal kijkgaten zodat je 360 graden zicht had. Het was een lastig fort om te veroveren. Als je buiten niet werd belaagd met brandende palmolie, dan verdwaalde je binnen wel in alle gangetjes, waar de bewoners je dan nog te grazen konden nemen.
En als laatste leukigheidje waren sommige traptreden zo gefabriceerd dat ze er degelijk uitzagen, maar het gewicht van een mens niet konden dragen en doorbrak onder een gewicht van een persoon.


Korte uitleg van Maha en Paul


Uiteraard even de toren beklommen, waarbij je een mooi uitzicht had over Nizwa en de dadelpalmplantages.


Het 2e fort was het Jabreen fort, eigenlijk een versterkt kasteel. Het stamt uit de 17e eeuw.
Het is geen fort, want gebouwd in een tijd van vrede door Imam Bel 'arab bin Sultan Al Yarubi.
Niet dat hij zijn gasten vertrouwde. Onder zijn ontvangstkamer lag een vertrek voor zijn soldaten die via een gat in het plafond, kunstig afgedekt met een kleed, naar boven konden komen bij onraad.

Ook liet de imam de 4e tree van de trap die leidde naar zijn slaapvertrekken elke nacht weghalen, zodat inbrekers in het donker in het gat stapten en hun nek braken.


Mooi doorkijkje


Hier verdwaalde je ook gemakkelijk. Trappetjes, die weer afsloegen halverwege in een ander trappetje, kamertjes die overgingen in andere kamertjes of doodliepen of er was in de hoek wel weer een andere trap. Voor "Wie is de mol" zou dit een ideale locatie zijn. We waren op een gegeven moment met z'n vijven op zoek naar de zon en de maan kamer. Onvindbaar, maar toch gevonden:


Een grapjas zag 2 jokers en een vrijstelling liggen:-)
Maar de kamer had een mooi plafond.


Het laatste fort was het Bahla fort, welke we alleen aan de buitenkant hebben gezien. Op vrijdag sluit alles om 11 uur 's ochtends. Wat voorheen zondag bij ons was, is vrijdag voor de moslims.
Dit fort is onlangs gerestaureerd en staat sinds 1987 op de Unesco werelderfgoed lijst. Het is opgetrokken uit leem in de 13e en 14e eeuw. 


Naast het fort ligt een spookstadje. De lokale bevolking gelooft dat er dzjins rond zwerven.



Maar toch wonen er hier en daar nog mensen.


Als laatste reden we naar een verlaten stadje. In de verte zie je het liggen, opgetrokken uit modder.


We liepen door een dadelpalmplantage naar dit stadje.



Waar we welkom werden geheten. De modderhuizen zijn al 400 jaar oud. Het is nu een levend museum waar locals oude tradities laten zien. Maar niet voor de Krasmensjes, want we gingen door.
Jammer dat we niet meer tijd kregen dan 10 minuutjes.




Deze man beweerde 97 jaar te zijn, hij had in Zanzibar gewoont en was er trots op dat hij Omani was. Hij kreeg gasten, vandaar de traditionele dolk aan zijn gordel.


Het was al over half 2 en we begonnen honger te krijgen. We zouden naar een grote hypermarkt rijden, genaamd Lulu, waar we inkopen konden doen. 20 minuutjes rijden, zei Paul. Dat werden er 50. Een heerlijk kipbroodje gekocht, wat ook nog werd opgewarmd en op de rand van een winkelraam aten we het op. Ik was pas halverwege toen we de bus weer in werden gejaagd. Normaal hebben we tijd over op vakantie, want de meeste gidsen nemen het ruim, maar dit keer is het een Japanse reis lijkt het wel. Foto en doooorrrrrr.
Vanavon hebben we gereserveerd in het rstaurant van het hotel. Paul wilde om half 6 wel met de bus naar het 15 km verderop gelegen Nizwa rijden en ons om 8 uur weer ophalen. Teneerste is dat te vroeg, we hebben net onze lunch achter de kiezen. En dan om 8 uur weer terug. Dan heb je praktisch geen tijd om wat rond te lopen. Doen we dus niet.









































Geen opmerkingen:

Een reactie posten